De Ministers van Financiën van de EU lidstaten hebben, eindelijk, een akkoord bereikt over hoe de banken in de toekomst (indien
nodig) gered moeten worden: door de investeerders!

Het lijkt erop alsof ze op die manier een mijlpaal
hebben bereikt, ten minste zo stelt ook onze onafhankelijke pers het voor.
Victorie! Ook al moeten we nog tien jaar wachten alvorens de investeerders een
voldoende grote pot zullen opzij gezet hebben om iet of wat bescherming te
kunnen bieden.

Maar wacht eens: waren, en zijn banken geen private
ondernemingen? Zegt het wetboek niet dat investeerders verantwoordelijk zijn
voor het redden van hun vennootschap, of voor het verliezen van hun kapitaal? Waarom
moeten ze dan een andere regel maken, die hetzelfde inhoudt? En hebben ze ervoor gezorgd dat “bon père de famille” aandeelhouders (cfr. Fortis) beschermd worden tegen misleiding in verband met risico?

Ik weet het: de hamvraag is “wie beschermt de
spaarders?” Op het eerste zicht kan dat enkel via een “gegarandeerde spaarpot”.
Dat is, grosso modo, wat de excellenties nu zijn overeengekomen: de banken
moeten uit hun winsten (van de investeerders!) fondsen afdragen om de spaarders
soelaas te bieden bij, God beware ons, nieuwe “accidents de parcours”.

Er zijn natuurlijk andere manieren om ervoor te zorgen
dat de geschiedenis zich, wat dit specifieke accident betreft, niet herhaalt:
men kan de spaarders (tot een bepaald bedrag) preferentiële schuldeisers maken.
Zodoende zouden de activa van een failliete bank eerst en vooral worden
aangesproken (= te gelde gemaakt) om spaartegoeden terug te betalen. Niet
alleen dienen deze activa als buffer maar, en misschien belangrijker: de banken
en financiële instellingen zullen hun onderlinge zaken heel anders gaan
bekijken want bij grote accidenten zullen de zakelijke partijen niet als eerste
worden vergoed! Een ramp als Dexia, zoals wij ze nu kennen, zou daarbij op quasi-natuurlijke wijze uiterst
onwaarschijnlijk worden (en sowieso niet de kleine spaarders treffen). De discussie over spaarbanken en/of zakenbanken wordt zelfs de facto overbodig!

Bijkomend zou de overheid de banken gerechtelijk (hebben)
kunnen vervolgen. Het is toch merkwaardig dat, tot op vandaag, geen enkele hoge piet
van Wall Street voor fouten werd vervolgd. Datzelfde fenomeen stellen we ook
vast in Europa. De genegotieerde boetes die aan grootbanken worden opgelegd
zijn spreekwoordelijke peanuts. (JP Morgan verdient binnen het jaar hun miljardenmonsterboete
met gemak terug en krijgt belastingaftrek voor geleden verliezen, inclusief boetes!!). Niet alleen blijven de bankiers zelf voor hun wandaden buiten
schot, er worden zelfs precedenten geschapen die handig zullen zijn bij het
volgende debacle, gelijkberechtiging weet u!

Dat de EU excellenties na meer dan een jaar aan het
begin staan van een manier om de investeerders te laten opdraaien voor fouten
(en wellicht fraude) van bankiers, lijkt een stap vooruit. Dat de praktisch
bruikbare garantie voor spaarders nog een tiental jaar op zich laat wachten
wordt geminimaliseerd. Inmiddels hebben de overheden hun financiële vrienden
gered met geld van al de kleine belastingbetalers, en de bankiers zelf een hart
onder de riem gestoken met de boodschap dat ze eigenlijk bona fide hebben
gehandeld.

De façade is helemaal gerenoveerd, de haute finance en de politiek
schudden elkaar de hand en lachen in hun vuist, terwijl de “onafhankelijke”
pers ernaar kijkt en de gepaste klokken luidt. En de burger blijft zitten met zijn vraag: “Waarom worden spaargelden geen absoluut preferentiële bankschuld en hoe komt het toch dat geen enkele bankier wordt vervolgd na een biljoenenverlies?”

Grimbergen, 19 december 2013