De justitie moet zijn werk doen, zei de aartsbisschop. En, ongelooflijk maar waar: politici en media vonden dat eigenlijk toch wel een ongehoorde uitspraak!

Blijkbaar vinden de farizeeërs van het parlement (de zgn. witgekalkte graven!) zulke uitspraak, als ze van een monseigneur komt, dus geen goed antwoord. Zoals zij zich ook, daarin gesteund door de wij-maken-het-nieuws meute van de vrt, liever 100% concentreren op een “ge-spinde” interpretatie van wat Léonard zei in zijn vergelijking met natuurrampen. Uiteraard had de eerwaarde, met wat meer mediatraining, deze gevaarlijke klip op betere manieren kunnen ronden. Voorzichtigheid met woorden ligt zeker niet in zijn aard en, aangezien hij geen journalist is, breekt dat in het media milieu, waarin ook de politiek zich gulzig voedt, hem altijd zuur op. Tant pis.

Dit gezegd zijnde wil ik tegelijkertijd nog aanstippen dat Léonard ook verwees naar hoe kindjes van homokoppels straks – na hun jeugd met twee liefhebbende papa’s (of mama’s), tevoorschijn gaan komen. Inderdaad, wie zal dat vandaag kunnen zeggen? Katleen Cools – zij kan zich vooralsnog beroepen op haar jeugd en onervarenheid – vroeg zich alvast luidop af “waar hààlt hij het in zijn hoofd om net dààr een verband te leggen??” Welnu, in het begin van de jaren zestig reageerden vele moeders en vaders niet anders dan Cools, toen hen ter ore kwam wat er over pastoors en hun misdienaars werd gezegd. De geschiedenis …, juist, die herhaalt zich immer weer.

Trouwens, om daar nog een brokje analyse aan toe te voegen. Jongens die heel veel van kinderen houden – pedofielen dus – laten zich in hun beroepskeuzes nogal eens leiden door die diepe emotie. Op die manier ontmoet men hen regelmatig als pastoor, jeugdleider, jeugdvoetbalminnaar en dergelijke. Het lijkt me niet ontiegelijk om te veronderstellen dat een mannelijk homokoppel een kinderwens heeft vanuit eenzelfde emotie. Het is mooi als kinderen worden omgeven door mensen die van hen houden. Echter, op het moment dat deze legitieme pedofilie verandert in criminaliteit, bieden deze “beroepen” tegelijk een extra gelegenheid (wegens machtspositie) én een gedegen dekmantel (zo een brave mens!). Ik denk dat Léonard dit ook heeft bedoeld. Maar op de schopstoel krijg je niet de tijd om veel uit te leggen en te duiden: dat alles is het prerogatief van de journalisten geworden en zij beslissen ook wat er uitvergroot wordt en wat weggemoffeld wordt (want: het past niet in onze opinie van wat “nieuws” is).