Het konijn is uit de hoed en heeft niet één maar twee stadions gebaard.
Als blatante ongeloofwaardigheid een symptoom is van het einde van een régime, dan is de beslissing (en berichtgeving) over “het nieuw stadion in Brussel” een duidelijk ijkpunt.
Inderdaad, na maanden van twijfel, onzekerheid en getwist over een nieuw (Euro)stadion op parking C, waarbij economische factoren wellicht even belangrijk waren als puur politiek getouwtrek, is de kogel door de kerk. Niet één, maar twee stadions worden ons voorgespiegeld: een fata morgana van het zuiverste gehalte!
Als men zelfs voor een voetbalstadion – mét de actieve medewerking van de grootste voetbalclub van België – niet uit de cijfers geraakt, hoe gaat men dan een atletiekstadion financieren? Hoopt men dat de atletiekverenigingen van Vilvoorde, White Star en Grimbergen het nieuwe gebouw zullen laten vollopen? Of vermoedt men dat Freddy Thielemans, seffens ex-burgemeester van Brussel en straks wellicht commissaris-generaal van de Heyselvakte, toegang heeft tot en de hand kan leggen op noodzakelijke en welgekomen fondsen, daarin bijgestaan door de politieke consuls en baronnen die de stad rijk is?
Hoe dan ook, als de overheid niets bijdraagt tot de bouw van een voetbalstadion zal het geen sinecure worden om een economisch rendabel project uit de grond te stampen, zelfs niet als RSCA al zijn matchen op parking C gaat spelen. Vooropstellen dat er, zonder zware overheidsgelden, tegen 2020 ook een atletiekstadion (welke grasmat men zich daarbij ook moge voorstellen) is je reinste volksverlakkerij.
Dat Brussel daarin het voortouw neemt, wekt de indruk dat de “fin de régime” evolutie daar het verst gevorderd is.
Grimbergen, 3 december 2013