Blog Image

inter lineas

Vom Westen nichts neues ...?

Zin en onzin, gebundeld

Obediëntie @ Regenboogtruien

Actualiteit Posted on Tue, February 05, 2013 12:17:35

Uitgerekend als Sven Nys glunderend een regenboogtrui
aantrekt, staan de mediatieke intelligentsia van Vlaanderen, ongeacht hun
politieke geaardheid, er puffend bol van: neen, niet van Nys, wel van dito T-shirts
achter Antwerpse loketten. Ze verdedigen allen de stelling dat religieuze
geaardheid een “keuze” is, terwijl homofilie eerder een immanentie is. In hun
redenering is homofilie een onontkoombare expressie van de natuur, een
lotsbeschikking.

Ach, het gewraakte woord van een aartsbisschop en mijn
referentie naar een homerisch noodlot – een moira homo-philou -” zal die schare
schopperige predikanten weeral doen steigeren. Ze stellen immers, noch min noch
meer, en met alom gedeelde overtuiging, dat godsdienstige gewaarwordingen
totaal verschillend zijn van “diepste-ik”-ervaringen. Bij mij roept die
stelling vele vragen op, met raakpunten zowel op het cultureel-religieuze en filosofische,
als op het strikt logische en maatschappelijke vlak.

Op cultureel-religieus
vlak
zal de stelling van Beke, namelijk dat godsdienst een (bewuste)
keuze is, en dat homofilie een vorm van “primair beleven” of “ondergaan”
impliceert, bij zijn eigen katholieke of christelijke achterban niet veel steun
vinden. Echte christenen ervaren hun geloof niet als een keuze, eerder als een
onontkoombare worteling – het complement van de erfzonde? – opgelegd door
onbewuste, en zelfs onbekende hersenkronkels. Deep-down ontwaren zij geen
alternatief, hoewel ze begrijpen dat andere medemensen anders zijn, anders denken
of anders voelen. Uiteraard interpreteren postmoderne intellectuelen die
innerlijke dwang tot religie helemaal anders: zij duiden het meer als
naïviteit, angst of, zelfs, domheid. Mij lijkt het moeilijk verdedigbaar dat
homo’s wel en, bijvoorbeeld, moslims en katholieken helemaal geen (absoluut) recht
op veruiterlijking van hun “geaardheid” zouden hebben.

Door
een filosofische leesbril
worden de
opinies van de mediatieke eminenties nog wat troebeler, eerder dan scherper. Ten
minste sinds de zeventiende eeuw zijn er, wat betreft God en Natuur (in het
Westen), twee grote stromingen: dualisme en monisme. Onder het eerste systeem
beheerst de geest het lichaam (in deze gedachtegang sluit de geest nauw aan bij
een Almachtige God). Onder het tweede systeem zijn lichaam en geest
verschijningsvormen van eenzelfde substantie: beide “modi” drukken gelijktijdig
uit wat de natuur voorschrijft.

Kort vertaald: ofwel is elk menselijk gedrag een keuze
(systeem 1), ofwel is dat gedrag een stochastische expressie van een natuurwet
(systeem 2). Tussen beide systemen is er weinig “wiggle room” en, als die er al
zou zijn, lijkt ze overgeleverd aan arbitraire speculatie. Hoe dan ook is een algehele
dichotomie van lichaam en geest voor beide filosofieën problematisch. In het
monisme zijn lichaam en geest immers expressies van éénzelfde mens-zijn,
bepaald door natuurwetten waarop mensen geen vat hebben. In het dualisme heerst
de geest, soeverein en rationeel, over het lichaam. Het eerste (spinozistisch)
systeem voorziet, wegens de dominantie van de “Natuur” helemaal geen keuze. Het
tweede (cartesiaanse) systeem stelt dat er, via de soevereine geest, altijd en
voor alles keuze is – tot spijt van wie het benijdt.

Indien men de filosofie wat beklemmend vindt, blijft
er nog de logica als toetssteen. Inderdaad, indien toch de stelling aanhangt
dat homofilie een expressie is van een onontkoombare natuur, waarom zou
homofobie, strikt logisch gezien,
dan niet op hetzelfde fenomeen gestoeld zijn? M.a.w. hebben homofoben gekozen
voor hun fobie? Of, iets scherper, zou die keuze een bewuste, dus verstandelijke
keuze geweest zijn? Dat laatste onderscheid tussen denken en voelen is niet
onbelangrijk, aangezien we normaliter “emotionele keuzes” moeilijk als “rationeel”
kunnen weerhouden. Emotie is, zoals recent onderzoek heeft aangetoond (o.m.
Antonio Damasio) een neurologisch en fysiologisch – en bijgevolg een
lichamelijk gegeven!

Indien er, enerzijds, een natuurwet geldt die stelt
dat zowel de “fobie” als de “filie” een immanente geaardheid zijn, dan hebben allerhande
hordes van apologisten, langs beide kanten, heerlijk veel voer om onderling
oorlog te voeren. Indien, anderzijds, de “filie” uitsluitend het
gevolg is van een natuurwet, en de “fobie” een vrije, verstandelijke
keuze zou zijn, dan zal men zich de vraag moeten stellen waarom extremen op
eenzelfde “as van seksuele neiging en gedrag” verschillen qua oorzaak en drijfkracht
en, vooral, zich ernstig buigen over de locatie van het omslagpunt! Inderdaad,
waar ergens op die continue as, lopend van links naar rechts, respectievelijk
van min oneindig (=fobie) naar plus oneindig (=filie), wordt “immanentie” (=mijn
‘filie’ zit in mijn diepste ik) plots “bewust gewilde afkeer” (=ik heb tot
fobie besloten na rijp overleg in en met mezelf). Dit resulteert eens te meer
in een heikele discussie, en ver voorbij de kortzichtigheid van allerlei
spindoctors.

Tenslotte heeft gans deze problematiek, en de daarbij
horende woordenvloed, tevens een maatschappelijke
dimensie
: de Antwerpse leiding – democratisch verkozen zelfs! – beslist
dat bepaalde vertegenwoordigers van de stad, gedurende hun diensturen als
functionaris, neutraal moeten gekleed zijn, om zodoende andere inwoners niet
onnodig op stang te jagen.

Diverse liberaal-denkenden vinden dat mensen ongelijk
hebben om zich dusdanig op stang te laten jagen. Welnu, hoewel een grote
meerderheid van de “gewone mensen” de anders-denkende, anders-gelovige en
anders-seksende soortgenoten grotendeels respecteren in hun eigenheid, is er
een grote groep die wel degelijk gechoqueerd is door “in-your-face” affirmatie
van anders-zijn of anders-denken. Dat gevoel is wellicht intenser op plaatsen
waar ze node langs moeten voor onvermijdbare dienstverlening: een onplezierige
bakker mijden is simpel, maar aan een stadsloket is vooralsnog niet te
ontkomen. Misschien, vermoed ik, hadden ze het zelf liever anders gewild – echter
hebben ook zij geen bewuste controle over hun amygdalen!

Daarnaast zal niemand betwisten dat velen, zeker als
ze tot mediagenieke minderheden behoren, zich met opzet en bij elke
gelegenheid, in hun anders-zijn profileren, sommigen niet in het minst met de
bedoeling om de “gewone mensen” uit te dagen, of te “raken”. Het is verrassend
dat dit laatste element door zogenaamde progressieven niet wordt meegenomen in
discussies omtrent het begrenzen van affirmatiegedrag, terwijl ze de laatste
jaren wel de definitie van “pestgedrag” tot pietluttige uitdagerij en
schamperige verwensingen hebben uitgebreid. Twee maten, twee gewichten?

Het moge duidelijk zijn dat de aanval op de
regenboogtrui-problematiek “au fond”, zij het cultureel-religieus, filosofisch,
strikt logisch of maatschappelijk, geen enkele rationele basis heeft. De heisa komt
me voor als pathetisch geschreeuw van onmacht door een koor van politici en
commentatoren die, steeds opnieuw, elke maatregel of uitspraak van De Wever
proberen af te breken, vooral als het tegen het zogenaamd progressieve en
politiek-correcte gedachtegoed van onze traditionele machtsstructuren, en van hun
slippendragers in de media, indruist.

Terwijl de grenzen van het toelaatbare in onze
moderne, complexe samenleving niet steeds scherp afgelijnd of zwart-wit kunnen
zijn, is het duidelijk dat de modale hedendaagse burger hunkert naar wat meer
grenzen, en dat hij daartoe een democratisch krediet geeft aan diegenen die
zijn of haar mening delen. Waarom zou elke loketbediende in Antwerpen geen leuk
sinjoren-uniform aangepast krijgen, met een paar netjes ingekleurde horizontale
strepen en een kepie als toemaatje? Ongetwijfeld is dat geen wondermiddel, maar
hopelijk leidt het tot wat verzoening?

Grimbergen, 4 februari 2013



Zelfvergiftiging & creatieve vernietiging

Actualiteit Posted on Tue, January 29, 2013 08:39:31

(bedenkingen bij het onderzoek naar kennis bij
aspirant-leraars in Vlaanderen)

De wereld is een dorp en kennis ligt binnen
handbereik: letterlijk een vingerdruk ver. Door de wol geverfde managers en
ervaren professoren zien reeds enkele decennia lang de parate kennis en
bruikbare kunde van Vlaamse studenten afnemen. De minister van onderwijs wist
het blijkbaar ook, maar bewaarde die explosieve informatie zorgvuldig in zijn versterkte
bunker. Na het onderzoek van Swerts & Monten zijn we wat objectieve kennis
rijker.

Het opiniestuk van Prof. Em. Vermeersch in De Morgen
(28/1) schildert een tekenend beeld van de indruk die deze resultaten maken op
de babyboomers van weleer. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat mijn klas in
het laatste jaar middelbaar in 1967 eens goed zou gelachen hebben met de
moeilijkheidsgraad van de 92 vragen, en dat een overgrote meerderheid van de
leerlingen de toets met “uitmuntendheid” zou afgelegd hebben. Ik durf wedden
dat al diegenen die voor 1990 hun middelbaar onderwijs hebben beëindigd vandaag
vlotjes 80 op 92 halen, zoals Vermeersch vooropstelt als (minimum) lathoogte.

Met zulke test wordt natuurlijk ook door de leerlingen
van vandaag gelachen: het zijn toch wel domme vragen, – ofwah? Daarenboven worden
ze in hun opinie gesteund want deze vragen en het resultaat van de test, zijn, naar
de eindtermen toe, helemaal niet relevant! Dixit dezelfde minister. Redelijkerwijs
vraagt Vermeersch om de eindtermen aan te passen, want we stellen inderdaad vast
dat de producten van het Vlaams onderwijs niet meer de hoogste toppen scoren. De
“Brain Drain” uit België (1965-1980) is inmiddels een weggedeemsterde
herinnering en de inbreng van gediplomeerden uit het buitenland klimt gestaag. (Dat
laatste heeft niet alleen te maken met kennis en kunde, maar uiteraard ook met
kost en werklust, m.a.w. met competitiviteit en productiviteit.)

Ons onderwijs loopt al geruime tijd mank. Dat heeft
niet alleen te maken met filantropische eindtermen, of met moderne
onderwijsmethoden en nieuwe stijlen. Het is een regelrecht gevolg van de
sociale overdrijvingen in de “Verzorgingsstaat” waarin recht op onderwijs bijna
wordt verward met een geboorterecht op kennis en kunde, een beetje zoals het
maandelijks kindergeld. Tezamen met het verlagen van de prestatiestandaarden,
wordt de idee dat er een serieuze persoonlijke investering van tijd, moeite en
prioriteit nodig is om kennis en kunde te vergaren, door onze maatschappij als
oubollig en voorbijgestreefd afgedaan. De postmoderne visie op lager en middelbaar
onderwijs in de verzorgingsstaat is spreekwoordelijk simpel: kennis wordt gewoon
ingelepeld, en liefst alleen op school, want thuis is daarvoor geen tijd! (en
straks zelfs geen capaciteit)

Daarenboven leidt de nadruk op “vaardigheden” ertoe
dat het bijbrengen van “parate kennis” bij de jonge leerlingen zeer stiefmoederlijk
is behandeld. Welnu, de krachtigste computer met de beste software, is
waardeloos zonder directe, en liefst snelle toegang tot massaal veel gegevens.
Een kind met een goed werkend ‘verstand’ – enigszins te vergelijken met de
krachtige processor of ALU van een computer – is een analfabeet indien het
geheugen niet voldoende rijk gevuld is. Zonder data kunnen onze hersenen niet
degelijk geoefend worden. Ze kunnen evenmin productief functioneren indien er
geen rijk “direct memory” mee verbonden is. Het geheugen opvullen met relevante
informatie is een tijdrovende, intensieve, dikwijls vervelende en meestal
vermoeiende bezigheid. Bij gebrek aan tijd en concentratie, in een wereld vol
afleiding en “fun”, lijkt kennis vergaren en opslaan – niet toevallig, een brug
te ver. Met alle gevolgen van dien.

Terwijl vele mensen in de voorbije week niet zonder
leedvermaak met de resultaten van de test en de zottigheid van enkele
antwoorden hebben geschamperd, vraag ik me af wie zich van de ernst van deze
situatie bewust is. Dit is immers geen billenkletsend blijspel, maar eerder een
Griekse tragikomedie. De boodschap, die via deze onderzoeksresultaten wordt
verteld, brengt niet enkel de bevestiging van wat ervaren professoren reeds
tientallen jaren lang vaststellen aan onze universiteiten, namelijk een
verlaging van het academisch niveau van de instromende studenten. Neen, dit is de
trieste voorspelling dat al de kinderen die vandaag geboren worden, een generatie
leraars en leraressen zullen voor zich krijgen die in 2013 voor deze doodsimpele
toets zijn gezakt. De kans dat deze onderwijzers zichzelf, later en autonoom, “op
niveau” zouden hebben gebracht is klein. Immers, dit falen is geen gevolg van
een trimester onoplettendheid. Het is een verlies dat is opgestapeld gedurende
vele jaren. Het is zowel een leegte in hun geheugen als een gat in hun
interesse. Daarenboven zijn ze belast met hersenen die voor deze “geheugen
bijscholing”, bij gebrek aan jeugdige training, relatief ongeschikt zijn.

In illo tempore, toen onze politieke leiders zich soms
nog aan wat “visie” waagden, was “knowledge worker” één van de geliefkoosde
codewoorden. Waar is die droom van “kenniswerkers” gebleven? Nauwelijks tien
jaar geleden werden zij als de socio-economische redding van een welvarend
Vlaanderen geponeerd; blijkt nu dat het een “pipe dream” is geweest, en niks anders!
Want, zelfs als de politici van dit land, met onvermoede moed en met
zelfverloochenende inzet, hic et nunc het roer zouden willen omgooien, zal het
resultaat van de lerarenopleiding binnen tien jaar niet terug op het niveau
zijn waar het hoort te zijn. Los van zulke surrealistische hoop op
hoogdringende actie van onze navelstarende politieke klasse, heeft dit proces
van verandering immers niets gemeen met de snelle bocht van een slalomskiër,
maar lijkt het veeleer op de langzame wending van een supertanker: we zien het
resultaat van onmiddellijke actie slechts over tien à twintig jaar!

De enige oplossing op korte termijn om dit schrijnende
probleem, in een wereld waarin onze competitie hongeriger is en sterker wordt,
is dat ouders die voor hun kinderen een betere toekomst wensen, zelf demarches
ondernemen voor bijkomende opleiding. En zo zijn we terug bij wat vroeger
“elite onderwijs” werd genoemd: enkel kinderen van ouders die het kunnen
betalen zullen, buiten het reguliere onderwijs, kennis kunnen vergaren en
opslaan, en de anderen zullen in de klas enkel kunnen leren van leraars die zelf
niet veel al te kénnen.

Misschien vergiftigt de Welvaartsstaat op die manier zichzelf,
tergend langzaam, van binnen uit? Op het eerste zicht geen aantrekkelijke
optie, maar wel een soort aanzet tot “Creative Destruction”, zij het een
lugubere.

Grimbergen, 28 januari 2013



Is ‘t Waar of is ‘t Waar?

Actualiteit Posted on Thu, October 27, 2011 12:02:57

Is een schuldgraad ten bedrage van 120% van het BNP een budgettair
en financieel-economisch probleem?

Volgens bijna alle deskundigen zeer zeker, vooral in een kwakkelend
economisch klimaat. Uiteraard zijn de grootte van het probleem en de urgentie
voor een oplossing afhankelijk van een handvol variabelen. De eerste die me
door het hoofd gaan zijn economische groei, graad van tewerkstelling,
rentevoeten en, misschien, absolute grootte van het BNP. Ongetwijfeld zijn er
voldoende specialisten in de kabinetten van Europese leiders en in de
wandelgangen van de Europese hoofd- en nevenkantoren die deze lijst kunnen
aanvullen.

We spoelen nu terug van de theorie naar de praktijk, en
naar de realiteit van deze ochtend.

De Italiaanse schuld bedraagt vandaag 120% van het Italiaans
BNP, ruwweg 1900 miljard Euro.

Eén van de hete hangijzers in het recentste crisisverhaal
was de vraag; hoe gaat Italië ervoor zorgen dat deze schuld vermindert in
plaats van voort te stijgen?! Dat nieuwste plan van Italië – of die brieven een
waarachtig, uitvoerbaar en (straks) goedgekeurd plan worden weet voorlopig nog
niemand – was een sleutelstuk in het “Grote Europese Antwoord” op de crisis.

Nadat Sarko & Angela in de vroege uren, de één met
minder energie dan de ander, de geboorte van een nieuwe telg in de
oplossingenreeks hadden aangekondigd, deed ook Papandreou zijn duit in het
suikerzakje. Na de (zogezegd vrijwillige) “coupe jatte” ofte “haircut” zou de
Griekse schuld tegen 2020 terugvallen op 120% van het BNP. Deze wetenschap, en
de euforie van het nieuwe ochtendgloren, ontlokte aan de Griekse eerste
minister de volgende woorden: “The debt is absolutely sustainable now”. Vervolgens
vertelde hij nog een sprookje over hoe Griekenland de banken en de
pensioenfondsen gingen op de been houden terwijl ze ook het BNP zouden
opvijzelen en het budget in evenwicht houden (alles wellicht in de
veronderstelling dat de rentevoet over de volgende 7 magere jaren rond de 0%
zouden schommelen).

Is het niet merkwaardig dat, in éénzelfde economische
biosfeer, wat voor de één een serieus probleem is, voor de ander heel goed
nieuws is? Nog merkwaardiger is het feit dat meer dan twintig presidenten,
premiers en hoge voorzitters het akkoord historisch noemen. Historisch lijkt me
toch wel goed voor de (middel)lange termijn. Blijkbaar zien ze geen graten in
het feit dat 120% voor Italië een rood licht betekent, wat echter voor
Griekenland groen pinkt, of tenminste groen oogt.

In onze moderne pluralistische Europese democratie hebben
de burgers het recht om elk nieuw voorstel, elke nieuwe maatregel te beoordelen
via één vraag: is ’t waar, of is ’t waar?
Daarop zijn er twee antwoorden mogelijk: ja, het is waar, ofwel nee, het
is waar.

En we modderden nog wat onnozel voort.

Grim(m)burger,

Donderdag 27 oktober 2011



Welvaart

Actualiteit Posted on Mon, March 28, 2011 11:27:47

Hoe meer hoe beter! Dat is geen definitie maar wellicht het eerste predicaat dat mensen met “welvaart” associëren. Ik laat even in het midden wat de waarheidswaarde van die associatie is, om wat meer aandacht te besteden aan de definitie.

Mijn jongste zoon vertelde me dat twee proffen aan de faculteit van economie van de KUL aan de eerstejaarsstudenten hadden meegegeven dat “welvaart” één van de meest misbruikte woorden is, vooral omdat het niet duidelijk is welke lading die vlag dekt.

Om even in academisch Leuven te blijven, herinner ik me dat één van mijn vroegere proffen economie steeds een examenvraag had die begon met: “Stel dat ik een gewone boer ben, leg me eens uit wat ……. is.” (In mijn geval waren de puntjes vervangen door “investeren”). Welnu, als ik zelf een boer ware, dan zou ik zeggen dat “welvaart” betekent: een toestand waarbij gewone burgers zich geen zorgen hoeven te maken over hun dagdagelijkse behoeften, en daarenboven nog genoeg geld over houden om persoonlijke geneugten te betalen, zonder dat ze zich daarvoor krom moeten werken en zonder zich serieuze zorgen te moeten maken over “morgen”.

Als media en politici die definitie als basis zouden hanteren voor hun uitlatingen betreffende welvaart, dan zou de overgrote meerderheid van de mensen hen correct begrijpen. In het licht van de communicatie omtrent de huidige economische crisis zou men wellicht op vele vlakken – persoonlijk, regionaal of communautair, nationaal en Europees – mekaars standpunten en voorstellen beter kunnen interpreteren, en zou ook de gewone burger kunnen evalueren wie de waarheid geweld aan doet. We hebben dan geen nieuwsduiders meer nodig die hun eigen verwarring in de beleidsinformatie injecteren.

Bovenstaande alinea is volledig in de voorwaardelijke wijs gesteld. Dat is slecht nieuws want het duidt op irrealiteit of onwezenlijkheid. De proffen economie hebben het bij het rechte eind: welvaart is een begrip dat door onze leiders, en hun verslaggevers, constant wordt verkracht, vooral nu het vandaag een centrale plaats inneemt in het hallucinante spin-circus.

Zelfs Guy Quaden, die zijn ideologische lading als Belgische hoofdbankier op voorbeeldige wijze heeft weten te managen, heeft last met “welvaart”. In De Morgen van het voorbije weekend (26/3) antwoordt hij op de vraag “Kan België zijn welvaart behouden?”, het volgende: “We kunnen ons welvaartspeil behouden maar dat zal niet automatisch gaan: we moeten de schuldgraad van ons land verlagen en het economisch groeipotentieel verhogen”.

Een boer weet dat blijvende welvaart impliceert dat groei noodzakelijk is (wie stilstaat, gaat immers achteruit!). Een boer weet echter ook dat extra betalingen, om schulden weg te werken, betekenen dat de buikriem moet worden aangehaald. (Dat die schulden, in dit geval en zonder bijkomende ingrepen, jaarlijks zullen toenemen wegens de toenemende vergrijzing en stijgende ziektekosten, maakt de druk van de riem nog wat groter).

Wellicht permitteert de heer Quaden zich, in het zicht van zijn eindmeet als ideologisch onzijdig persoon, om zijn achterban een duwtje in de rug te geven. Immers, er zijn in dit land, en in Europa, nogal wat politici die, daarin gesteund door nieuwsmakers en idealisten, blijven verkondigen dat de economische crisis kan worden opgelost zonder dat het welvaartspeil van de bevolking (tijdelijk, laat ons hopen) naar beneden moet.

Voorlopig heeft nog niemand uitgelegd – op een manier die een gewone boer verstaat – hoe ons welvaartspeil ongeschonden uit de besparingsrondes moet komen; ook de economische geschiedenis reikt geen voorbeelden aan. Voorts heeft het democratisch verkiezen van nieuwe meerderheden in verscheidene landen nog niet voor de grote oplossing gezorgd.

Quaden zelf geeft, ietwat bedekt, aan dat hij ons ook niet zal kunnen uitleggen hoe welvaart constant kan blijven met afnemende middelen. Immers, wat verder in het gesprek verklaart hij dat “we structurele maatregelen nodig hebben op het vlak van uitgaven en ontvangsten om een evenwicht te bereiken. En die zullen niet noodzakelijk plezierig zijn voor de kiezer.” De kiezer en de burger zijn misschien verschillende personen?

Nog wat later komt de aap helemaal uit de mouw als de vertrekkende NBB voorzitter zijn overpeinzingen afrondt met de woorden: “acht maanden na de verkiezingen zou je normaal al een volwaardige regering moeten hebben en hadden de verkiezingsbeloftes vergeten moeten zijn”. In die context is het bestaan van een omnivalent woordje als “welvaart” een ware zegen: je kan er alle kanten mee uit zonder ooit ongelijk te hebben.

Terwijl het een raadsel blijft waarom, in het algemeen gesteld, de pers niet in staat is om beleidsmensen met enkele alom bekende, harde economische waarheden te confronteren in een taal die kiezer én burger begrijpen, zullen de echte boeren zonder enige twijfel begrijpen dat ’s lands welvaart zwaar onder druk staat. Spijtig genoeg is het aantal landbouwers in de westerse wereld slechts een fractie van de bevolking geworden – minder boerenverstand dus, met dank aan de welvaart!

Grimburger, 27 maart 2011



Elton John & David Furnish trotse Ouders

Actualiteit Posted on Tue, December 28, 2010 10:30:16

Het is vandaag de Dag van Onnozele Kinderen. En daar hoort een feest bij, een feest dat ons herinnert aan de immanente onschuld van kinderen en aan onze plicht om hen lief te hebben, te beschermen en te begeleiden.

Het bericht vanmorgen op BBC TV liet vermoeden dat sommigen alvast aan het vieren waren. Het leest als volgt:

Sir Elton John and his partner have become parents to a son born to a surrogate mother in California.Zachary Jackson Levon Furnish-John was born on Christmas Day…. “Zachary is healthy and doing really well, and we are very proud and happy parents,” said the couple. “We are overwhelmed with happiness and joy at this very special moment,” the couple told the website in a statement.

Last year, the couple, who were married in 2005 after 12 years together, tried to adopt an orphan in Ukraine. However, Ukrainian officials said Sir Elton, 62, was too old and his civil partnership with Mr Furnish, 48, would not be recognised as a marriage by Kiev.

Blijkbaar openen een adellijke titel (!), hopen geld en mediatieke roem vele, zoniet alle deuren. Elton John is te oud om via adoptie vader te worden. Niet alleen wil hij per se vader worden, hij wil zelfs een Kerstekindje. Zo geschiedt, en zij zijn gelukkig, punt. Het kind? Mag ik aannemen dat dit ventje inmiddels uit California is overgevlogen naar waar de gelukkige ouders nu huis houden, zodat ze het aan hun borst kunnen drukken, de papfles geven en in slaap wiegen?

In de jaren zestig had de katholieke kerk veel macht en haar priesters zegden dat ze het goed voor hadden met al de kinderen. Hoewel iedereen wist dat “goed voor hebben” te vaak ontaardde in ontuchtige praktijken die de kinderen geen goed deden, was er geen noemenswaardig protest. De pastoor werd door iedereen ontzien. Vandaag hebben de media een ijzeren greep op informatieselctie en opiniemakerij en, in het algemeen, ligt hun ethiek ver buiten de zogenaamde “mainstream”. Kinderen (laten!?) verwekken bij draagmoeders in California, door een niet-gediplomeerde papa, hoort niet tot de algemene vlaamse moraal, ook niet tot de christelijke moraal. De terechte kruistocht tegen moderne vormen van kindermisbruik zal nog wat jaren op zich laten wachten. De geschiedenis herhaalt zich vast wel.



Léonard op de schopstoel in het Belgisch parlement

Actualiteit Posted on Thu, December 23, 2010 12:17:23

De justitie moet zijn werk doen, zei de aartsbisschop. En, ongelooflijk maar waar: politici en media vonden dat eigenlijk toch wel een ongehoorde uitspraak!

Blijkbaar vinden de farizeeërs van het parlement (de zgn. witgekalkte graven!) zulke uitspraak, als ze van een monseigneur komt, dus geen goed antwoord. Zoals zij zich ook, daarin gesteund door de wij-maken-het-nieuws meute van de vrt, liever 100% concentreren op een “ge-spinde” interpretatie van wat Léonard zei in zijn vergelijking met natuurrampen. Uiteraard had de eerwaarde, met wat meer mediatraining, deze gevaarlijke klip op betere manieren kunnen ronden. Voorzichtigheid met woorden ligt zeker niet in zijn aard en, aangezien hij geen journalist is, breekt dat in het media milieu, waarin ook de politiek zich gulzig voedt, hem altijd zuur op. Tant pis.

Dit gezegd zijnde wil ik tegelijkertijd nog aanstippen dat Léonard ook verwees naar hoe kindjes van homokoppels straks – na hun jeugd met twee liefhebbende papa’s (of mama’s), tevoorschijn gaan komen. Inderdaad, wie zal dat vandaag kunnen zeggen? Katleen Cools – zij kan zich vooralsnog beroepen op haar jeugd en onervarenheid – vroeg zich alvast luidop af “waar hààlt hij het in zijn hoofd om net dààr een verband te leggen??” Welnu, in het begin van de jaren zestig reageerden vele moeders en vaders niet anders dan Cools, toen hen ter ore kwam wat er over pastoors en hun misdienaars werd gezegd. De geschiedenis …, juist, die herhaalt zich immer weer.

Trouwens, om daar nog een brokje analyse aan toe te voegen. Jongens die heel veel van kinderen houden – pedofielen dus – laten zich in hun beroepskeuzes nogal eens leiden door die diepe emotie. Op die manier ontmoet men hen regelmatig als pastoor, jeugdleider, jeugdvoetbalminnaar en dergelijke. Het lijkt me niet ontiegelijk om te veronderstellen dat een mannelijk homokoppel een kinderwens heeft vanuit eenzelfde emotie. Het is mooi als kinderen worden omgeven door mensen die van hen houden. Echter, op het moment dat deze legitieme pedofilie verandert in criminaliteit, bieden deze “beroepen” tegelijk een extra gelegenheid (wegens machtspositie) én een gedegen dekmantel (zo een brave mens!). Ik denk dat Léonard dit ook heeft bedoeld. Maar op de schopstoel krijg je niet de tijd om veel uit te leggen en te duiden: dat alles is het prerogatief van de journalisten geworden en zij beslissen ook wat er uitvergroot wordt en wat weggemoffeld wordt (want: het past niet in onze opinie van wat “nieuws” is).



Jaloerse, dikke katten en ijskoude, hongerige asielzoekers

Actualiteit Posted on Tue, November 30, 2010 12:05:46

Land van tegenstellingen, België? Ook als we taalverschillen buiten beschouwing laten, blijkt België een land vol diversiteit.

Neem nu katten. Vanmorgen, bij de Madammen op Radio 2, werd het verhaal verteld van een familie waarin twee katten gezellig in huis leefden. Eén van hen was echter wel jaloers op de andere: ze kon het niet hebben dat de “brave” kat meer aandacht kreeg. Geregeld viel de jaloerse kat dan ook de brave kat aan. Wat moet ik toch doen was de vraag van de moeder des huizes? Het antwoord van de aanwezige expert was snel en duidelijk: gedragstherapeut! Anja Daems herhaalde het zonder beving in haar stem: gedragstherapie – voor diegenen die het nog niet hadden gehoord of hun oren niet konden geloven, de laatset twijfel was weggenomen. Persoonlijk, wist ik niet of ik moest slikken of lachen. Ik heb voor het laatste gekozen. Wat een welvarend land, waar katten ook, samen met hun baasjes, naar de psychotherapeut mogen …

Het verhaal was niet ten einde, integendeel. Wat doe je als jouw kat te dik is, was een vraag? In mijn eenvoud dacht ik, minder eten geven. Mis poes!! Er bestaat immers dieetvoeding en die kan je eenvoudig kopen in de handel. OK, een luxe oplossing zeg maar. Absoluut, maar – donderslag bij heldere hemel – blijkt nu dat jouw kat daarvan toch niet vermagert! Wablief? De expert verklaart zich nader: kattendieetvoeding in de warenhuizen dient enkel om katten op hun gewicht te houden …!! Dat zal wel niet op de verpakking staan, vrees ik. Dus toch minder eten geven om te vermageren …? Neeneenee, in dit land moet je dan naar de veearts. Die verkoopt namelijk dieetvoeding waarvan de kat écht vermagert. Zou de ziekenkas dat ook dekken?

Kortom, vele katten hebben het zeer goed in België. En dikke, jaloerse katten hoeven zeker niet te wanhopen – er is professionele hulp voor hen, zowel psychisch als fysisch. Dat kan niet gezegd worden van de asielzoekers, noch van hun kinderen.

Als een zichtbaar goed doorvoede asielzoeker op tv mag verklaren: ‘I ran away from bullits in my country. Here I am in iceland and I will now die from the cold” – wellicht ook ergens met de bedoeling om ons Belgisch hart te laten smelten van medevoelen of medelijden – dan denk ik zo: je had kunnen in Athene afstappen, of in Malaga stoppen, of op een andere, warmere plaats in welvarend Europa. Welke keerkring-mens toeft er nu ongevraagd in Brussel in november?

Terzelfdertijd denk ik ook aan hun kindjes die zelf niet voor Brussel hebben gekozen, en aan die vlaamse katten, die niet weten dat ze in Brussel zijn.

En dat zijn gedachten die bijten, zoals de kou, daarbuiten …



Nog meer quota’s

Actualiteit Posted on Wed, November 24, 2010 16:13:15

De VRT selecteert personeel op afkomst en geaardheid, niet langer op inhoud. Dat had de directie, wellicht na diepgaande analyse en wijs beraad, op een grijze novemberdag beslist.

De VRT is inderdaad tot het besluit gekomen dat er nogal wat onevenwichten te vinden waren in haar programmatie. Neen, niet qua kwissen, variété, nieuws, soaps, etcetera. Het ging deze keer over welke soort van mensen er in “meespeelden”. Waar ze ook keken, ze ontwaarden overal te veel exemplaren van het “standaard blank autochtoon mannelijk” type, met andere woorden: te weinig variatie om goed te zijn. Als gevolg daarvan besloten ze om eigenhandig (en op het eerste zicht nogal lukraak) wat quota te bepalen.

Kristien Hemmerechts, ridder op elk paard waarvan ze vindt dat het in de verste verte zou kunnen gelbruikt worden tegen anti-racisme of voor rabiaat feminisme, deed haar duit in het zakje. Ze brak zelf een lans op de VRT-blog om uit te leggen hoe schitterend ze de quota’s voor allerlei “onder- vertegenwoordigde minoriteiten” wel vond!

Waarom blijven mensen – vooral dan al diegenen die toegang hebben tot de bazuinen van de media – geloven dat (vooral) stomme regeltjes samenlevingsproblemen oplossen of integratie op de arbeidsvloer verbeteren?

Ik zou het echt niet weten. Echter, indien we toch naar regeltjes moeten, dan voeg ik er graag twee aan toe:

1) Kunnen we er voor zorgen dat er in de media, en in het bijzonder bij de vrt, 80% gewone heterosexuelen op het scherm komen, 6% celibatairen, 6% bi-, tri- of tetrasexuelen en 8% homosexuelen? Op die manier krijgen we daar dan ook wat meer evenwicht!

2) Wordt het niet hoog tijd dat we in de politiek het aantal juristen aan banden leggen? En er ook naar streven om wat meer ingenieurs, dokters en economisten op verkiesbare plaatsen krijgen? Op die manier kunnen we dan kieslijsten krijgen met multi-dimensionele ritsen … Dat zou pas schitterend doeltreffend zijn en, binnen het post-modernistische maatschappelijk denken, ook absoluut rechtvaardig.

Ik verkneukel me nu reeds aan de volgende “Grote Verkiezingsshow”: een qua geaardheid uitgebalanceerde mix van journalisten en andere VRT medewerkers, oog in oog met een bonte, samenlevings-gespiegelde mengeling van politici – om nu al vingers van af te likken, ongeacht de uitwendige kenmerken (van die vingers)!



« PreviousNext »